Hoofdstuk 6: Nonkel Peter
Ze had altijd al een liefde-haat-verhouding gehad met nonkel Peter. Zijzelf vond hem eigenlijk best wel super-interessant, maar er klopte iets niet. Het was alsof hij haar haatte. Haar papa, zijn broer, had haar verteld dat dat niet was, Peter heeft (ook) autisme, waardoor bepaalde dingen gewoon "anders" zijn. (Alsof zij dat niet wist...) En toch waren er dingen anders, haar autisme was anders dan het zijne. Ze vroeg zich soms zelfs af of zij wel autisme had, als ze naar hem keek. En op andere momenten ook omgekeerd. Soms leek hij haar gewoon een gestampte boer. Met zijn sportwagen op bio-fuel. Allemaal gewassen die plaats innamen van voedsel. Allemaal CO2 uitstoot. Zijn kleine huis was super geïsoleerd, maar met rotswol, niet met papiersnippers. Hij at nog zoveel soja, waarvan ze wist dat het op ex-amazone-woud groeide. Zijn smartphone was oud, maar evenzogoed zat hij op verre vreemde servers en hij luisterde alleen naar zijn eigen muziek. niet zijn eigen keuze, nee, alleen ...